Data of dialoog

Data of dialoog, bestaat de ideale Citizen Science aanpak?

Tekst: Eline Verhoeven en Hester Volten, Samen Meten RIVM


De Luchtclub en Hollandse Luchten zijn beide citizen science projecten over luchtkwaliteit, geïnitieerd door de lokale overheid. In beide gevallen wordt er fijnstof gemeten met snuffelkastjes van het bedrijf SODAQ en worden de data ook verzameld in het Samen Meten Dataportaal. Toch verschillen deze projecten radicaal van aanpak. De Luchtclub in Rotterdam richtte zich vooral op het verspreiden van grote aantallen sensoren, terwijl Hollandse Luchten in de provincie Noord-Holland zich juist focust op de communities, de meetvragen en de dialoog. Wat betekent dat voor de impact van deze projecten?


Luchtclub

De Luchtclub (2021-2023) is al uitgebreid beschreven in het vorige magazine. Met de Luchtclub wilden de gemeente Rotterdam en inwoners meer inzicht krijgen in de lokale luchtkwaliteit. De gemeente deelde 600 meetkastjes uit aan geïnteresseerde inwoners, organiseerde online bijeenkomsten en verzond persoonlijke rapportages aan deelnemers. Rotterdam is nog steeds de stad met de meeste fijnstofsensorkastjes in Nederland. In 2024 is de gemeente in gesprek gegaan met inwoners en de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) om te bepalen hoe deelnemers van de Luchtclub als zelfstandige meetgroep verder kunnen.


Hollandse luchten

Hollandse luchten (2018-heden) is een burgerwetenschapsproject in Noord-Holland dat is opgezet door de provincie Noord-Holland. Hollandse Luchten is bijzonder vanwege de grote invloed van bewoners en de intensieve samenwerking met lokale partners (zoals de gemeente, bibliotheek en GGD) en nationale partners (zoals RIVM en TNO). Deelnemers in acht meetgroepen bedenken en bepalen de meetvragen. Hollandse Helden, een groep actieve bewoners, stuurt de meetgroepen aan. De burgerwetenschappers spelen zo een actieve rol in Hollandse Luchten, doen zelf onderzoek, en komen met ideeën voor andere Hollandse Luchten activiteiten.




De kracht van veel data

Sensormetingen zijn een waardevolle aanvulling op officiële metingen, omdat sensordata hyperlokaal en meerdere keren per uur worden gemeten. De data worden nog waardevoller als er veel metingen zijn op een klein oppervlak. Dat geeft inzicht in lokale bronnen, zodat een gemeente of bewoner ermee aan de slag kan.


Bij Hollandse Luchten zien we vooral dat bewoners zelf met de data aan de slag gaan. Een Haarlemse deelnemer had last van rokers bij de kroeg onder zijn raam. Door zijn data te vergelijken met data van sensoren uit de buurt, zag hij opvallende pieken op vrijdag- en zaterdagavonden, die alleen bij hem optraden. Met deze resultaten ging hij in gesprek met de gemeente en de GGD.


Bij de Luchtclub zien we de impact van een grote hoeveelheid sensoren. Bij de Luchtclub waren er in 2023 zo’n 350 sensoren actief. Dit gemeente vroeg de DCMR en het RIVM om de data te analyseren. Dit was een buitenkansje voor deze kennisinstituten. Zij konden de Rotterdamse dataset goed gebruiken om te onderzoeken of citizen science data geschikt zijn om lokale effecten, zoals houtstook, te herkennen. Wat bleek? Er waren inderdaad wat lokale verhogingen, maar harde conclusies bleken nog lastig te trekken. Dat kwam onder andere doordat er allerlei aannames moesten worden gedaan over het stookgedrag van de inwoners, terwijl data daarover ontbrak.


Dit laatste benadrukt de waarde van lokale belevingsinformatie, zoals dat van de Haarlemse deelnemer. In verschillende nieuwe projecten is er mede door dit onderzoek, nu meer aandacht voor aanvullende belevingsinformatie. Maar ook laat het zien dat citizen science data het meest interessant is voor andere onderzoekers als er veel sensordata beschikbaar is. Bij Hollandse Luchten staan de meetpunten meer verspreid over de provincie, waardoor ze geschikt zijn voor het beantwoorden van lokale meetvragen, maar minder voor grootschalig onderzoek.






De kracht van community

Naast dataverzameling is citizen science ook een vorm van participatie. We zien dat een citizen science initiatief vaak een plek is van ontmoeting en dialoog. Dit is voor inwoners een motivatie om deel te nemen. Mensen willen gehoord worden en meepraten over oplossingen. Een meetinitiatief van bewoners is een kans voor een gemeente of een regio om deze dialoog op te zoeken en tot een oplossing te komen met een breed draagvlak.

Hollandse Luchten slaagt er goed in om de samenwerking op te zoeken. Dit komt doordat de inwoners invloed hebben op de inhoud van het project. Zij dragen onderwerpen aan voor bijeenkomsten en zijn betrokken bij beslissingen over techniek. Ook is er veel aandacht voor de meetvragen, zie de Hollandse Luchten kaart. Deelnemers ontmoeten elkaar bij bijeenkomsten en helpen elkaar. Wat Hollandse Luchten verder heeft opgeleverd, lees je in dit rapport.


Deze geslaagde samenwerking met inwoners is een belangrijk verschil met de Luchtclub. Hier was minder aandacht voor samenwerking en dialoog. We zien bij dit project minder betrokkenheid, waardoor bewoners elkaar niet goed kunnen vinden om kennis uit te wisselen. Ook gaan inwoners niet op basis van hun sensordata in gesprek met de gemeente. Uitgangspunt van meedoen aan de Luchtclub was ‘de gemeente helpen om de luchtkwaliteit in jouw straat te meten’. De inwoners zijn daardoor minder uitgedaagd om zelf onderzoek te doen naar de data en daar wat mee te doen.



Socio-technische aanpak is de toekomst

Bestaat de ideale citizen science aanpak? Dat ligt aan je doel! De Luchtclub en Hollandse Luchten zijn twee projecten met een totaal verschillende aanpak en impact.

De Luchtclub, die vooral aandacht besteedde aan het opzetten van veel meetpunten, heeft de aandacht getrokken van kennisinstellingen die uitgebreide analyses op de data hebben gedaan. Een opzet als die van de Luchtclub is zeer waardevol voor onderzoek naar hoe citizen science data een aanvulling vormen op officiële data.

Hollandse Luchten, meer gericht op het opzetten van samenwerking en dialoog, heeft nu een diverse community waarin bewoners zelf aan de slag gaan met de data en in gesprek komen met de gemeente tot aan de wethouder toe. Dit is ook zeer waardevol. Een opzet als bij Hollandse Luchten kan toegepast worden om bewustwording te creëren en kennis uit te wisselen. Zo kan er bijvoorbeeld meer draagvlak ontstaan voor beleidsmaatregelen.

Uiteindelijk is de uitdaging om beide aanpakken slim te combineren. Dan kun je burgerwetenschap inzetten als een socio-technische toolbox, om zowel bruikbare data te verzamelen als samen te werken aan het realiseren van een gezonde leefomgeving!



Voor welke kant van citizen science had jij misschien minder aandacht?"