Een driegesprek: kunnen we beleid maken met citizen science?
Kunnen we beleid vormen met citizen science, of blijft dat een droom? Kunnen we meetinitiatieven waarbij inwoners betrokken zijn beter benutten? Om deze vragen te beantwoorden, spraken we met drie bestuurders over de kansen die citizen science biedt om de leefomgeving te verbeteren
De samenwerking tussen wetenschappers, beleidsmakers en inwoners wordt steeds belangrijker voor de ontwikkeling van beleid en onderzoek. Toch zijn er nog maar weinig concrete voorbeelden van meetinitiatieven te noemen waar beleid mee is gemaakt. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat de data niet altijd even betrouwbaar wordt bevonden en op waarde kan worden geschat. Maar toch liggen er vele kansen klaar om ons werk te versterken. Zo kan je met citizen science juist de moeilijk bereikbare groepen betrekken, door community’s te vormen. Of kan je mede door het krijgen van nieuwe inzichten en bewustwording urgentie realiseren om je beleid te maken?
We spraken met Rob van Muilekom, gedeputeerde van provincie Utrecht en Arne Weverling, gedeputeerde van provincie Zuid-Holland en Arno Bonte, wethouder van gemeente Helmond.
Waarom is citizen science nuttig voor overheden?
Arne Weverling, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland: “Eén van de projecten in onze regio is het burgermeetnet Rotterdam The Hague Airport. Dankzij metingen in tuinen van inwoners wordt geluidshinder in kaart gebracht. En hoewel dit project nog maar kortgeleden is gestart, zien we nu al dat inwoners meer vertrouwen krijgen in de manier waarop de overheid stuurt op data. Dat komt omdat ze beter kunnen controleren of de gebruikte data kloppen, er meer begrip ontstaat over de regels en het gesprek tussen overheid en inwoners op een meer gelijkwaardig niveau plaatsvindt.”
Rob van Muilekom, gedeputeerde van de provincie Utrecht is het hiermee eens: “Onze omgeving vraagt naar een andere manier van oplossingen bedenken voor alle uitdagingen waarvoor we staan. Dus dat mensen zelf inzicht verwerven over de kwaliteit van hun leefomgeving. Het is de stap van herkenning en vervolgens naar erkenning om er iets aan te willen doen. Het meten van je leefomgeving is één stap. Samen tot oplossingen komen en overgaan tot actie zijn stap twee en drie. Citizen science helpt hierbij.”
Arno Bonte, wethouder gemeente Helmond: “Op verschillende thema’s zijn er citizen science initiatieven actief in onze stad, onder andere op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, geurhinder en biodiversiteit. Het mooie daaraan is dat de meeste daarvan vanuit de inwoners zelf geïnitieerd zijn. In een aantal gevallen hebben wij als gemeente de betrokkenen gefaciliteerd en we gebruiken de resultaten voor de onderbouwing of aanscherping van ons beleid.”
Weverling vult aan: “Er komt steeds meer aandacht voor gezondheid en participatie. De ingewikkelde problemen van tegenwoordig betekenen dat de overheid inwoners hard nodig heeft om oplossingen te bereiken. En waar deze wereld steeds meer lijkt te worden gestuurd door meningen is het prettig om ook feiten op tafel te hebben. Wanneer het eigenaarschap van die feiten ook bij de inwoner ligt is het gesprek tussen overheid en burger veel beter te voeren.
Wanneer het eigenaarschap van feiten ook bij de inwoner ligt, is het gesprek tussen overheid en burger veel beter te voeren.
Arne Weverling, Provincie Zuid-Holland
Kunnen we beleid maken met citizen science?
Bonte: “De data en de kennis die door inwoners is verzameld, is in veel gevallen goed te combineren met onze eigen data. Dat geeft soms nieuwe invalshoeken of een scherper beeld van de effecten op leefniveau. Zo gaf een citizen science project in de wijk Rijpelberg een goed inzicht in de effecten van houtrook. Dat hebben wij kunnen gebruiken in ons luchtkwaliteitsbeleid. We willen zo’n koppeling op meer beleidsthema’s gaan leggen.”
Van Muilekom: “Volgens mij is het misschien nu nog iets te vroeg om beleid te vormen met de data van citizen science. Het gaat bij citizen science vooral om bewustwording en inzicht over je eigen leefomgeving en het democratisch debat. Een gesprek tussen inwoners en overheid leidt namelijk tot nieuwe inzichten en oplossingen. Bijvoorbeeld over plekken met een slechte luchtkwaliteit door verkeer. Middelbare scholieren delen de onderzoeksresultaten, die via het meetinitiatief Snuffelfiets verzamelen met de provincie. Leerlingen meten fijnstof, onderzoeken de data, bedenken oplossingen en bespreken dit met leraren en ook met ons. Zo bracht het ook een discussie in de klas over fijnstof binnenshuis versus de buitenlucht. Dit gebeurde nadat een leerling een enorme piek fijnstof had gemeten toen hij per ongeluk de sensor tijdens het eten koken had laten meten.”
Arne Weverling, herkent u dit?
Arne Weverling: ”Jazeker, zo gaan de regels bij geluid vooral uit van berekende jaargemiddelde cijfers. Tegelijkertijd heeft niemand last van gemiddeld geluid. Hinder wordt vooral ervaren door geluidpieken of opvallende toonhoogten. We hebben nog weinig beeld van de redenen waarom binnen de wettelijke kaders nog zoveel geluidklachten bestaan. Met citizen science kunnen we daar veel beter achter komen en op basis daarvan beleid maken. Binnen het burgermeetnet zien we dat het op basis van de meetdata van inwoners en in gesprek gaan met diezelfde inwoners een eerste oplossing biedt. De verwachting is dat we nog veel meer ontdekken over hoe we geluidhinder kunnen verminderen.”
Wat is uw tip aan de lezer?
Arne Weveling: “Ik denk dat citizen science vooral vraagt om een goed en langdurig gesprek tussen overheid en inwoner, deels gebaseerd op burgermetingen. Simpelweg de inwoners voorzien van meetkastjes zonder een goed beeld wat er vervolgens met die metingen gaat gebeuren is de dood in de pot. Een goede voorbereiding en een lange adem zijn daarom belangrijke ingrediënten van citizen science projecten.”
Bonte: “De data en de kennis die door inwoners is verzameld, is in veel gevallen goed te combineren met onze eigen data. Dat geeft soms nieuwe invalshoeken of een scherper beeld van de effecten op leefniveau. Zo gaf een citizen science project in de wijk Rijpelberg een goed inzicht in de effecten van houtrook. Dat hebben wij kunnen gebruiken in ons luchtkwaliteitsbeleid. We willen zo’n koppeling op meer beleidsthema’s gaan leggen.”
Gemeentehuis Woerden, foto: Lucas van der Wee
Tot slot, welke tip kunt u uw medebestuurders meegeven?
Arne Weverling: “Ik denk dat citizen science effectief is wanneer we actief inzetten op het gesprek met inwoners. Die omslag maakt de overheid in brede zin steeds meer. Het in verbinding staan met onze inwoners is ook voor ons college een belangrijk speerpunt. We moeten meer naar buiten en meer in contact staan met onze inwoners en doen dit o.a. met dit soort meetinitiatieven.”
Arno Bonte: “We juichen het altijd toe als inwoners zelf initiatief nemen en zich actief betrokken tonen bij hun directe leefomgeving. Deze initiatieven hebben soms een klein zetje nodig om ze verder te brengen en aan te laten sluiten bij het gemeentelijk beleid. Mijn tip is dan ook, om actief de samenwerking te zoeken met bewonersinitiatieven en ze waar nodig financieel of anderszins te ondersteunen. En gebruik die betrokken inwoners vervolgens ook als sparring partner bij het maken van bestuurlijke keuzes.
Rob van Muilekom: “Een beleidsnota blijft een papieren tijger. Als mensen niet voelen dat het beleid voor hen relevant is, bereik je niks. Door zelf te meten, mee te praten en de doelen en acties in een beleidsnota te benoemen, creëert het draagvlak en zorgt ervoor dat mensen er zelf iets aan willen doen. Wanneer mensen mee kunnen meten, mee kunnen praten en mee kunnen denken, dan creëer je belang en urgentie en wordt je beleid omarmd.
Welke meetinitiatieven die hebben bijgedragen aan beleid, ken jij?
Arne Weverling
gedeputeerde Provincie Zuid-Holland
Arno Bonte
wethouder gemeente Helmond
Rob van Muilekom
gedeputeerde Provincie Utrecht